Die dag aan zee
1. Zakelijke gegevens onderdeel A
Die dag aan zee
Peter van Gestel
De naam van de uitgever is Querido. Het boek verscheen in het jaar 2003 en heeft 207 bladzijdes.
2. Samenvatting van het boek
Sibille word ook wel sip genoemd. Ze heeft een broer Cham die 5 jaar ouder is dan zij. Cham doet altijd rare dingen, en veel mensen in het dorp mogen hem niet omdat ze vinden dat hij maar een rare is. Omdat Sip nog maar 5 was en Cham toen 10 waren ze erg ondeugend. Hun vader had een atelier en werkte daar overdag bijna altijd. Hij maakte schilderijen, hele kleine maar ook grote. Het waren schilderijen waar hij heel lang over deed, hij maakte alles in de kleinste details. Normaal gesproken zorgde hij nooit voor Cham en Sip, maar toen hun moeder een weekje op vakantie ging moest hij het toch proberen. Toen hun vader het niet aankon, heeft hij ze naar oma gebracht die kon wel goed voor hun zorgen. Daar bleven ze tot hun moeder weer thuis zou komen. Cham ging vaak naar het strand of naar het bos. Hij was altijd heel afstandelijk en mocht zijn ouders niet. Op een regenachtige dag wanneer Sip al 10 was vertelde Wanda aan Sip dat Cham samen met een meisje genaamd ‘Jet’ ergens aan het lopen was samen onder één jas. Cham had dus een vriendin. Sip snapte het niet want zij haatte Cham, omdat hij zo raar deed. Toch hield ze wel van hem en deed ze veel van hem na. Toen Sip een keer thuiskwam, zag ze Jet. Ze praatten wat en Cham kwam erbij, Cham en Jet zoenden met elkaar en Sip rende weg.
Opeens ziet Sip een fel licht heel ver weg. Het lijkt alsof ze in een bed ligt. Mensen begonnen om haar heen te praten, ze had geen idee wat er allemaal aan de hand was. Sip lag in bed, ze had lang geslapen en haar moeder vond dat ze rust moest nemen.
Een dag later legde de moeder van Sip alles uit, ze was achter Cham en Jet aangelopen die naar het bos toe gingen Cham en Jet merkten het op en gingen steeds sneller lopen. Sip raakte wat achter en rende de weg op om ze te kunnen volgen, op dat moment raakte een vrachtwagen haar. Sip weet er niks meer van volgens haar moeder had ze een behoorlijke hersenschudding opgelopen. Cham was heel bezorgt om Sip en vond dat het zijn schuld was dat het haar was overkomen. Sip leerde een andere kant kennen van Cham tijdens haar herstel. Cham deed namelijk erg aardig en begon haar zelfs ‘s avonds verhaaltjes voor te lezen. Als Sip een keer uit bed kruipt terwijl ze moet slapen, gaat ze bij Cham zijn kamer langs. Daar verteld Cham haar dat het uit is tussen hem en Jet. Sip blijft die nacht bij Cham slapen.
Sip gaat samen met haar moeder en vader naar Griekenland op vakantie. Cham gaat niet mee en blijft thuis.
Wanneer Sip 12 jaar oud is, moest ze bijna afscheid gaan nemen van de basisschool. Ze zou in de vakantie weer naar Griekenland gaan, daar had ze geen zin in. Ze wou daar niet meer heen, maar ze wilde ook niet thuis blijven. Neptunus, zo heette de school waar ze na de zomervakantie heen zou gaan. Daar had ze ook totaal geen zin in, omdat ze bang was dat iedereen haar dan zou zien als het zusje van Cham. En omdat Cham niet echt een goede naam had, kreeg zij dat misschien ook niet. Cham liet paar weken terug een briefje achter dat hij bij iemand een tijdje lang zou blijven, dus hij was niet thuis. Op een nacht werd Sip wakker en wou naar beneden toe. Beneden aangekomen zag ze Cham. Hij vertelde Sip dat hij van plan was nu thuis te blijven. De dagen daarop besloot Cham zich helemaal te veranderen, hij zou luisteren. Maar het deed niet lang en Cham werd weer dronken op een feest van zijn ouders. Hij besluit de volgende dag om weer naar het strand toe te gaan, dit keer mag Sip mee. Ze zijn heel lang bij het strand, praten met elkaar en Cham gaat na een tijdje ook nog zwemmen. Sip vond de zee vies dus wou nooit in de zee zwemmen. Wanneer Sip plotseling wakker word, had ze blijkbaar geslapen. Het was al wat later en ze zag Cham niet meer in het water, eerst dacht ze dat het een grapje van hem was, dat hij haar bang wou maken ofso. Maar algauw gaat zij op zoek naar hem. Paar mensen zagen haar en brachten haar naar de politie. Zelf weet Sip daar niet meer wat van, maar omdat Sip een hersenschudding heeft, kan ze zich veel dingen die ze al verteld heeft, niet meer herinneren. De agent kreeg een telefoontje met het bericht dat er een jongen was gevonden die dezelfde details aan had en eruit zag als Cham. Het was Cham niet, en Sip rende weg naar de plaats waar Cham de zee in was gestapt. De agent legde uit dat er niks aan de hand was en dat Cham een jongen was die grapjes uithaalde.
Nu wisten pa en ma het ook, samen begonnen ze met de politie te zoeken naar Cham. Ze konden hem niet vinden en Sip ging samen met haar moeder naar huis. Wanneer Sip ‘s avonds oog in oog staat met haar ouders, snapt ze het al; Cham is verdronken. Haar vader had Cham gevonden. Cham werd begraven.
In de zomervakantie ging Sip bij haar oma slapen, haar vader ging met haar mee. Haar moeder gaat dan een weekje naar Frankrijk. Sip veranderd ook heel erg, ze word steeds boos op haar ouders en maakt veel ruzie. Wanneer ze in de zomervakantie bij haar oma is gaat het steeds weer beter met Sip. Maar opeens op een nacht wanneer iedereen slaapt besluit Sip naar het de zee toe te gaan. Daar gaat ze op het strand zitten en praat ze tegen de zee, het voelt voor haar alsof ze tegen Cham aan het praten is. Uiteindelijk stelt ze zichzelf een vraag waar ze heel boos op is, en ze rent heel hard de zee in. Van ver weg hoort ze een stem haar naam roepen. Het water stond al tot haar middel, ze wilde wel verder gaan maar de stem hield haar tegen. Uiteindelijk draaide ze zich om, er stond een lange man, hij zwaaide naar haar. Het was haar vader. Hij vroeg wat ze aan het doen was en ze moest van hem uit het water komen. Hij zei dat hij naar huis toe wilde, Sip wou niet mee. Ze wou nog even bij de zee blijven. Ze haatte de zee nu, de zee heeft namelijk haar broer gedood. Op dat moment heeft Sip met haar vader een heel goed gesprek, ze praten voor het eerst na de dood van Cham over Cham. Uiteindelijk gaan ze naar huis, Sip denk nog terug aan iets van vroeger.
3. Over de auteur
Peter van Gestel is geboren in Amsterdam op 3 augustus 1937. Hij is een Nederlandse auteur. Ook is hij vanaf de jaren zeventig bezig gegaan als scriptschrijver en dramaturg bij NCRV. Hij heeft al veel boeken op zijn naam staan, aan het begin van zijn carrière waren het vooral boeken voor volwassenen maar sinds 1979 doet hij ook kinderboeken. Zijn laatste boek is in 2011 uitgekomen dat boek heet ‘Al dat heerlijke verdriet’. En zijn eerste boek was in 1962, dit boek heet ‘Drempelvrees’.
4. Over het boek
- Een paar benen die op een strand staan. De persoon waarvan de benen zijn staat richting de zee. Het gaat dus om Sip die naar de zee kijkt waar haar broek Cham is in verdronken.
- Het boek is aan niemand opgedragen.
- Griekenland, Frankrijk. Griekenland is het land waar Sip, Cham, hun vader en hun moeder altijd heengingen op vakantie. Frankrijk is de plaats waar de moeder een weekje heenging nadat Cham was verdronken. Het heeft ermee te maken dat alles ver van elkaar weg is, en dat die moeder op het moment dat Sip de zee in wou lopen er niet bij kon zijn.
- Het is geschreven door een ik-persoon. Je leeft mee met de gevoelens en de gedachtes van Sip.
- Het verhaal heeft een open einde, Sip gaat namelijk met haar vader naar huis toe fietsen, maar er kan in die tijd nog van alles gebeuren.
5. Leeservaringen
Het onderwerp van het verhaal sprak me wel erg aan, toen ik de achterkant van het boek had gelezen (de kleine samenvatting) begon ik me wel meteen af te vragen hoe zoiets afloopt. Het verhaal heeft me wel nieuwe kanten van het onderwerp laten zien. Ik verwachtte normaal gesproken namelijk niet dat je er niet met je ouders over kan praten, of dat er zoveel leeftijdsverschil zou zitten tussen kinderen, of dat je zo erg je eigen broer kunt haten omdat hij zoveel dingen verkeerd doet. Van tevoren verwachtte ik niet veel van het verhaal, dus ik had nooit geweten hoe het einde zou aflopen. Het verhaal bevat ook vooral genoeg leuke en spannende gebeurtenissen. Steeds gebeurt er wel iets, en er even niks spannends gebeurd, wil je toch wel weten hoe het verdergaat omdat je wel een beetje kunt weten dat er nog wat spannends gaat gebeuren! Af en toe valt het verhaal wel een beetje stil, maar omdat je van tevoren weet dat Cham doodgaat, wil je graag het hoofdstuk lezen waar dat gebeurt, je leest dus verder in het boek. En je stelt jezelf steeds vragen hoe iets afloopt dus wil je ook verder blijven lezen. Ik denk niet dat er snel zoiets zal gebeuren, meestal doen ze s’ nachts ook niet een strand open maar zetten ze er een hek voor, dus het zal niet snel gebeuren denk ik. Het is ook helemaal niet herkenbaar, je verwacht nooit dat Sip zelf naar de zee toe gaat en dat ze zelf ook een einde wil maken aan haar leven. Ook andere gebeurtenissen verwacht je niet erg snel. Zelf heb ik ook nog nooit zoiets meegemaakt, ik woon ver weg van het strand. Het enige dat ik wel eens meemaak is de ruzie met mijn ouders, maar dat is ook nooit zo heftig als bij Sip. In het verhaal zijn er ook niet echt gebeurtenissen die ik mee zou willen maken, Sip heeft een heel zwaar en moeilijk leven al is het voor haar jonge leeftijd voor haarzelf nog zo onwaarschijnlijk. Maar zelf zou ik het niet willen, ze heeft een vreselijke vader die altijd weg is, een pesterige broer die uiteindelijk doodgaat, een moeder die wel eens een weekje weggaat en verder heel vaak bezig is met schoonmaken. Nee, dat lijkt me niks. In het verhaal ga je je helemaal meeleven met Sip. Meteen krijg je al medelijden met haar door de korte samenvatting aan de achterkant te lezen, daar voel je haar pijn al omdat ze aan het vertellen is dat haar broer dood ging terwijl zij lag te slapen. Verder ben je altijd bij Sip. Er komt nooit een bladzijde in het boek voor dat Sip niet ergens is. Je loopt dus een soort van samen met Sip mee door haar leven, zij zegt wat ze denkt en voelt. Ik voel erg met haar mee, zij zal zich heel erg schuldig voelen omdat zij lag te slapen toen haar broer verdronk. Het lijkt me voor haar vreselijk om dat mee te moeten maken. Het enige vervelende aan het boek is, vind ik dat de opbouw nogal raar is. Het is niet erg logisch.
6. Verwerkingsopdracht
‘Mijn vader vond mijn broer.’
Dit zou bij het verhaal passen omdat Sip haar broer kwijt is geraakt bij het strand terwijl haar broer ging zwemmen. Zij viel in slaap, en er is een hele zoektocht naar hem. Uiteindelijk vind haar vader zijn zoon (haar broer) en hij was dood. Hij was dus verdronken.
‘Was het opzet?’
Sip weet niet wat ze ervan moet denken als ze hoort dat haar broer verdronken is. Ze heeft een vaag idee dat haar broer met opzet verdronk. Dat hij zelfmoord wou plegen.
‘De vreselijke dag.’
De dag dat Sip z’n broer verdronk, was ze er zelf bij. Ze had een hekel aan die dag gekregen. Omdat zij die dag in slaap viel terwijl haar broer aan het zwemmen was.
‘Ik viel alleen maar in slaap.’
Sip viel in slaap terwijl haar broer aan het zwemmen was in zee. Sip vraagt zicht vaak af hoe het gebeurt is en voelt zich schuldig dat ze in slaap viel. Ze viel alleen maar in slaap, en in die tijd was er zoveel vreselijks gebeurt blijkbaar.
Maak jouw eigen website met JouwWeb